Servi van Grinsven

Wat aanvankelijk opvalt wanneer je het werk van Servi Van Grinsven ziet, is dat het zich niet zonder meer aan de kijker openbaart. Het is duidelijk dat wie dit werk bekijkt, echt moet kijken en nadenken. Maar laat het duidelijk zijn: dit is wel degelijk beeldende kunst. De kunst ligt in wat je ziet. Het visuele is fundamenteel. We kijken niet naar filosofische werken, maar naar enigmatische werken, gemaakt door iemand wiens hoofdbekommernis het oog is en wat het oog ziet en waarneemt.

Het is enigmatisch, omdat er hier niets openlijks is, zeker niets anekdotisch, en bovendien ben je nog niet eens zeker wàt je ziet. Waar kijk je naar? Een vlak met uitsparingen of objecten op een vlak? Het zijn zulke vragen die je telkens dichter bij het schilderij brengen in een poging uit te vissen wat er eigenlijk aan de hand is. Dit resulteert voornamelijk in een bewustwording van de oppervlakte zelf – het doek, de verf, het weghalen van verf. En daarom, als je weer afstand neemt om een breder perspectief te krijgen, wordt het enigma alleen maar sterker (….)

Gregory Ball

De evolutie van Kees van de Wal

De evolutie van Kees van de Wal op schrift gesteld

Het is een onzekere tijd. De kunst haal ik van internet of uit boeken en brochures. Want niet telkens is het live zichtbaar, sluiten musea en galeries omdat het virus dreigt. En is het beschikbaar dan mondjesmaat na reservering. Een galerie kan ik bezoeken, maar moet eerst mijn neus door de deur steken om te kijken of er voor mij al niet mensen binnen zijn zodat ik één teveel ben. Niet daardoor, maar wel als bijkomend gegeven, geeft Kees van de Wal boekjes uit waarin hij zijn werk van dat moment laat zien. En verantwoordt. Zomer 2019 begon hij met zijn atelierexpositie op schrift te stellen. Het heeft als titel “Vorm”. In een quote van Armando slaat hij alle vooroordelen over zijn werk bij voorbaat al in de wind: “Je maakt werk waar niemand behoefte aan heeft, dat komt pas later”.

Van de Wal heeft in zijn werk een groei door gemaakt, zoals iedere kunstenaar al experimenterend een eigen stijl vindt. Hij werkt met acrylverf op XPS of doek, maar ook met gips en hout. Zijn werk komt van verstilde landschappen uit in een minimale vormentaal. Het boekje “Vorm” laat alleen deze vormen zien. Het is een beeld van dat moment, zonder historie, zonder te laten zien vanwaar en waarom. Alleen in tekst is deze evolutie omschreven. Vormen die over elkaar heen geschoven zijn en een nieuwe vorm maken. Overlappend of samengesteld. In de overlapping zie je nog de afzonderlijke vormen. Maar in de samenstelling, die in een enkele kleur is gezet, zoek je naar de delen en vindt ze niet. De vorm is als een cel gedeeld en vindt zichzelf in een nieuwe zelfstandige vorm. Zo komt het tot leven.

https://youtu.be/LKCAp369AbA

De foto’s van het werk in de atelierexpositie geven een verstilling aan. Kees van de Wal heeft een groot atelier met voldoende ruimte om te exposeren. Want zijn werk heeft wel ruimte nodig, het moet vrij kunnen ademen. Dit komt vooral omdat het vlak om de vorm in het spel meegaat. Vooral wanneer er hard licht op gezet wordt, gaat de schaduw in de compositie mee. Zijn werk is omschreven als minimalistisch non-figuratief. In relatie tot de ruimte. In een zekere rust en verstilling.

Het tweede boekje “Van landschap tot vorm, van schilderij tot object” geeft wel de ontwikkeling weer. Want hem wordt vaak gevraagd door mensen die zijn werk niet kennen waar de inspiratie vandaan komt en wat hij bedoelt met de vormen die ze zien. Als zou het een bedoeling moeten hebben. De inspiratie komt vanuit het landschap, maar dat is nu nog nauwelijks meer te zien. Weet je het verhaal dan ontdek je de vorm. Figuren die achterblijven wanneer de horizon verdwijnt. Al experimenterend zet Van de Wal het doek eens op de kant. De gestalten komen naast elkaar te staan en het beeld van het landschap is verdwenen. Het is interessant te zien hoe de kunstenaar langzaam aan vanuit de realiteit in de abstracte vormentaal komt.

Gaf het eerste boekje nog sec een beeld van werk in de expositieruimte van het atelier. Het tweede boekje is meer creatief opgemaakt met ook meer losse details, zodat ik als het ware een stap dichterbij kan doen en de structuur van het oppervlak met mijn ogen kan bevoelen. Ik zie de beweging van de kwast in de verf. Ik leer het werk beter kennen.

Van de Wal maakte bij zijn tentoonstelling dit jaar een audiotour langs de verschillende werken. De tekst van deze rondleiding staat in het boekje. Het geeft een mooie inkijk in de groei, de evolutie van het werk. Met voorbeelden in beeld. Leuk is de ontdekking van Kees zelf, doordat hij een enveloppe met tekeningen en plaksels gemaakt in zijn jeugd krijgt, dat hij toen al de vormentaal hanteerde waar hij nu na een omweg weer op uit komt. “Is het toeval of zaten deze vormen al in mijn hoofd?”, vraagt hij zich af. Toeval bestaat niet. Kees blijft op zoek naar de ultieme vorm die met zo min mogelijk middelen zoveel mogelijk zegt.

Boekje 01, Atelierexpositie Vorm
Boekje 02, Atelierexpositie Van landschap tot vorm, van schilderij tot object.
Beeld en tekst van Kees van de Wal. Eigen uitgave, 2019 – 2020.

Jurjen K. VanderHoek

 

Bij gelegenheid van dit blog hebben we een speciale actie gemaakt…

René Korten over zijn werk

‘Wat is het landschap van je jeugd?’ Dat is wat Rick Vercauteren, voormalig directeur van Museum van Bommel van Dam, me ooit vroeg tijdens een interview. Ik was even verrast, maar realiseerde me toen dat het een heel goede vraag was. Plotseling schoot me namelijk een belangrijk deel van mijn jeugdjaren te binnen. Op vrije dagen ging ik vaak met een vriendje naar het bos waarvan het hoogste deel de Franse Berg heette. We hadden boterhammen bij ons en een oude schop van mijn vader: mijn droom was om er een ondergrondse hut te maken waarin we ons konden verstoppen en niemand ons zou kunnen vinden. Daaraan werken, dat was gelukzaligheid. Maar plotseling was het gebied afgesloten: er werd een provinciale vierbaans autoweg aangelegd, het bos werd bruut doorsneden en de berg werd afgegraven. Vanaf toen was het er gevaarlijk door het hoge talud en het voortrazende verkeer, en aan ‘onze’ kant was van het bosgebied bijna niets over, de idylle was voorbij.

Een herinnering die na lange tijd haarscherp bij me terugkwam door de vraag. Ik realiseerde me dat dit diep zit, en dat het nauw verbonden is met wie ik als persoon ben en wat voor werk ik maak. Een eigen avontuurlijke wereld bouwen die beschutting geeft en die de verbeelding aanspreekt. Niet afgekeerd van de mensen en de wereld, maar een plek ten opzichte van de wereld. Ik weet niet precies waar die fascinatie vandaan is gekomen, maar het was er al toen ik een kleine jongen was. Besef en kennis van de kunst zijn pas later gegroeid, maar ik ben tot het inzicht gekomen dat dit de diepe kern is van mijn werk. Het is er altijd van doortrokken gebleven. Misschien is mijn kunstpraktijk wel de herschepping van een verloren paradijs, de Franse Berg verdween, de Olympus kwam in zicht.

Mijn werk hangt nauw samen met de manier waarop wij als mensen met elkaar en onze omgeving omgaan. We hebben enorme invloed op de omringende wereld; de menselijke natuur is een complex begrip waarin extreem scheppende én destructieve krachten werkzaam zijn. Cultureel-bepaalde en natuurlijke processen zijn vrijwel niet van elkaar te onderscheiden. Er zijn allerlei bedreigingen voor ons, van binnenuit, van buitenaf, is dat onderscheid nog wel te maken? Er begint een hernieuwd besef te ontstaan van onze plaats in het grote geheel. De urgentie, de noodzaak wordt gevoeld om nieuwe samenhangen te creëren of herstellen. Mijn werk gaat hier altijd over en nu is de relevantie groter dan ooit.

Schilderen, dat is mijn taal. Ik heb de verf nodig om mijn verhouding tot de wereld te onderzoeken en vorm te geven. Zorgvuldige, trage beslissingen wissel ik af met daadkrachtige en intuïtieve, soms impulsieve ingrepen die maar ten dele beheersbaar zijn. De twee kanten die ik samenbreng -het formele en organische, het geconstrueerde en spontane, het concrete en het associatieve- kunnen worden teruggevoerd tot de polariteit cultuur-natuur. Ik richt me op de scheppende energie van de frictie, van de ontmoeting. Elk schilderij is resultaat van op elkaar inwerkende krachten.

Denken in series werkt voor mij heel goed. Vorig jaar ben ik op uitnodiging van Debsaysyes gestart met een serie kleine werken die ik Daughter Of Time heb genoemd. Meer informatie daarover in mijn blog van 20 november 2019. Het is een nog steeds uitdijende reeks en ik ben blij dat daarvan hier door Debsaysyes een nieuwe selectie aangeboden wordt.

 

René Korten, januari 2021