René Korten over zijn werk

‘Wat is het landschap van je jeugd?’ Dat is wat Rick Vercauteren, voormalig directeur van Museum van Bommel van Dam, me ooit vroeg tijdens een interview. Ik was even verrast, maar realiseerde me toen dat het een heel goede vraag was. Plotseling schoot me namelijk een belangrijk deel van mijn jeugdjaren te binnen. Op vrije dagen ging ik vaak met een vriendje naar het bos waarvan het hoogste deel de Franse Berg heette. We hadden boterhammen bij ons en een oude schop van mijn vader: mijn droom was om er een ondergrondse hut te maken waarin we ons konden verstoppen en niemand ons zou kunnen vinden. Daaraan werken, dat was gelukzaligheid. Maar plotseling was het gebied afgesloten: er werd een provinciale vierbaans autoweg aangelegd, het bos werd bruut doorsneden en de berg werd afgegraven. Vanaf toen was het er gevaarlijk door het hoge talud en het voortrazende verkeer, en aan ‘onze’ kant was van het bosgebied bijna niets over, de idylle was voorbij.

Een herinnering die na lange tijd haarscherp bij me terugkwam door de vraag. Ik realiseerde me dat dit diep zit, en dat het nauw verbonden is met wie ik als persoon ben en wat voor werk ik maak. Een eigen avontuurlijke wereld bouwen die beschutting geeft en die de verbeelding aanspreekt. Niet afgekeerd van de mensen en de wereld, maar een plek ten opzichte van de wereld. Ik weet niet precies waar die fascinatie vandaan is gekomen, maar het was er al toen ik een kleine jongen was. Besef en kennis van de kunst zijn pas later gegroeid, maar ik ben tot het inzicht gekomen dat dit de diepe kern is van mijn werk. Het is er altijd van doortrokken gebleven. Misschien is mijn kunstpraktijk wel de herschepping van een verloren paradijs, de Franse Berg verdween, de Olympus kwam in zicht.

Mijn werk hangt nauw samen met de manier waarop wij als mensen met elkaar en onze omgeving omgaan. We hebben enorme invloed op de omringende wereld; de menselijke natuur is een complex begrip waarin extreem scheppende én destructieve krachten werkzaam zijn. Cultureel-bepaalde en natuurlijke processen zijn vrijwel niet van elkaar te onderscheiden. Er zijn allerlei bedreigingen voor ons, van binnenuit, van buitenaf, is dat onderscheid nog wel te maken? Er begint een hernieuwd besef te ontstaan van onze plaats in het grote geheel. De urgentie, de noodzaak wordt gevoeld om nieuwe samenhangen te creëren of herstellen. Mijn werk gaat hier altijd over en nu is de relevantie groter dan ooit.

Schilderen, dat is mijn taal. Ik heb de verf nodig om mijn verhouding tot de wereld te onderzoeken en vorm te geven. Zorgvuldige, trage beslissingen wissel ik af met daadkrachtige en intuïtieve, soms impulsieve ingrepen die maar ten dele beheersbaar zijn. De twee kanten die ik samenbreng -het formele en organische, het geconstrueerde en spontane, het concrete en het associatieve- kunnen worden teruggevoerd tot de polariteit cultuur-natuur. Ik richt me op de scheppende energie van de frictie, van de ontmoeting. Elk schilderij is resultaat van op elkaar inwerkende krachten.

Denken in series werkt voor mij heel goed. Vorig jaar ben ik op uitnodiging van Debsaysyes gestart met een serie kleine werken die ik Daughter Of Time heb genoemd. Meer informatie daarover in mijn blog van 20 november 2019. Het is een nog steeds uitdijende reeks en ik ben blij dat daarvan hier door Debsaysyes een nieuwe selectie aangeboden wordt.

 

René Korten, januari 2021